De Werkloosheidswet (WW) is voortdurend in ontwikkeling. De uitkeringsduur en de hoogte van de uitkering veranderen mede als gevolg van overheidsbezuinigingen.
Met ingang van 1 januari 2016 zullen opnieuw wijzigingen worden doorgevoerd.
huidige situatie
De maximale uitkeringsduur is drie jaar en twee maanden. Voor de maximale duur komt een werknemer in aanmerking bij een arbeidsverleden van 38 jaar. Om een werkloosheidsuitkering te ontvangen dient de werknemer 26 weken te hebben gewerkt in de voorafgaande 36 weken. De werkloosheidsuitkering is in dit geval maximaal drie maanden en de hoogte bedraagt gedurende de eerste twee maanden 75% van het laatst verdiende loon en vervolgens 70%.
Om in aanmerking te komen voor een langere WW-uitkering dan drie maanden moet de werknemer zowel voldoen aan de zojuist genoemde wekeneis (26 uit 36 weken) als aan de eis dat in vier van voorafgaande vijf jaren minstens 52 dagen per jaar is gewerkt. In dat geval is de maximale duur van de WW-uitkering drie jaar en twee maanden.
toekomstige situatie
Vanaf 1 januari 2016 zal de uitkeringsduur worden verlaagd. De maximale duur wordt in stappen van een maand per kwartaal teruggebracht naar 24 maanden.
Vanaf 1 januari 2016 zal de uitkeringsduur worden verlaagd. De maximale duur wordt in stappen van een maand per kwartaal teruggebracht naar 24 maanden.
verwijtbaarheid
Verwijtbare werkloosheid is aan de orde indien het gedrag van de werknemer een dringende reden voor ontslag oplevert. Dan zal een WW-uitkering worden geweigerd. De werknemer moet zich zodanig ernstig hebben misdragen dat van de werkgever redelijkerwijs niet langer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Een werknemer is eveneens verwijtbaar werkloos indien deze op eigen verzoek de dienstbetrekking heeft beëindigd. Dit zonder dat aan de voortzetting daarvan zodanige bezwaren zijn verbonden dat voortzetting niet langer kon worden gevergd.
uitkering oudere werklozen
Voor de oudere werklozen die niet in staat zijn opnieuw werk te vinden, is er na afloop van de werkloosheidsuitkering een speciale uitkering op bijstandsniveau (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen of IOW). Degenen die tussen 30 september 2006 en 1 januari 2020 werkloos worden en tenminste 60 jaar oud zijn, hoeven niet eerst hun vermogen aan te spreken om voor een uitkering in aanmerking te komen.
De regeling komt voort uit de gedachte dat de arbeidsmarkt voor oudere werknemers niet sterk is. Dit rechtvaardigt een aparte tijdelijke inkomensvoorziening voor oudere werklozen. Op die manier worden zij niet verplicht eerst het opgebouwde vermogen te benutten. Als voorwaarde om voor een IOW-uitkering in aanmerking te komen, geldt dat de oudere werkloze minimaal drie maanden een WW-uitkering heeft ontvangen. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) voert de regeling uit. Bij de IOW geldt evenals bij de WW een sollicitatieplicht. Daarbij kan het UWV op individuele gronden tijdelijk ontheffing verlenen.