Bij de kantonrechter kan op verschillende gronden een verzoek worden ingediend om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Sinds de invoering van de Wab (Wet arbeidsmarkt in balans) op 1 januari 2020 is ontslag op een combinatie van gronden mogelijk, waardoor de ontslagmogelijkheden voor de werkgever zijn verruimd.
Voor de invoering van de Wab was het noodzakelijk dat één grond voldoende rechtvaardiging gaf voor een ontslag. De rechter kon een ontslagverzoek niet toewijzen op grond van een combinatie van gronden die afzonderlijk niet tot ontslag konden leiden. Met de invoering van de ‘i-grond‘ is dat anders.
door de Wab is een combinatie van ontslaggronden mogelijk geworden
In de wet staan de gronden genoemd waarop men ontslag kan verzoeken. Sinds de invoering van de Wab kan men ontslag verzoeken op twee of meer van de onderstaande gronden:
- het regelmatig niet kunnen verrichten van werk wegens ziekte en dit voor het bedrijf onaanvaardbare gevolgen met zich brengt (c-grond);
- ongeschiktheid voor werk anders dan ten gevolge van ziekte; dit betreft disfunctioneren (d-grond);
- verwijtbaar handelen van de werknemer op grond waarvan voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet kan worden gevergd (e-grond);
- gewetensbezwaar (f-grond);
- verstoorde arbeidsverhouding (g-grond);
- andere omstandigheden die maken dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet langer mogelijk is (h-grond).
De i-grond is dus een combinatie van omstandigheden (in de zin van voornoemde gronden) die zodanig is dat niet langer van werkgever in redelijkheid kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te laten duren.
Als de rechter de arbeidsovereenkomst op grond van de i-grond ontbindt, kan hij een extra vergoeding toekennen van maximaal de helft van de transitievergoeding. Die extra vergoeding komt dan dus bovenop de wettelijke transitievergoeding.
Uitgangspunt is dat sprake moet zijn van een zogenoemde ‘voldragen’ grond. Dat betekent dat de werkgever voldoende concrete feiten moet stellen die de gekozen ontslaggrond rechtvaardigen. In geval van een combinatie van gronden moet de werkgever de beide gronden zodanig onderbouwen dat een ‘voldragen’ i-grond ontstaat.
hoe werkt een ontslagverzoek op de ‘i-grond’ in de praktijk?
De kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland heeft op 27 maart 2020 een interessante uitspraak gedaan. In deze procedure is door werkgever primair ontbinding verzocht vanwege disfunctioneren van de werknemer. Subsidiair doet werkgever een beroep op de combinatie van disfunctioneren en een verstoorde verhouding.
De kantonrechter stelt allereerst dat geen feiten zijn benoemd die het disfunctioneren ondersteunen. De verwijzing naar evaluatiegesprekken is onvoldoende, mede omdat de verslagen van deze gesprekken geen voorbeelden van disfunctioneren bevatten. Men had eerder gesproken over verbeterpunten dan over disfunctioneren. Bovendien had de werkgever onvoldoende gelegenheid geboden het functioneren te verbeteren. Dit leidt tot een onvoldragen grond met betrekking tot disfunctioneren (‘d-grond’).
De werkgever gaf echter ook aan dat een verstoorde verhouding aanwezig is. De werknemer stelt daarentegen dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst nog steeds mogelijk is. De kantonrechter constateert dat sprake is van wrijving en ongemak maar dat onvoldoende is onderbouwd dat een onwerkbare situatie is ontstaan. Er is dus geen verstoorde arbeidsverhouding. De werkgever heeft niet aannemelijk gemaakt dat het mislukken van onderhandelingen over de beëindiging van het dienstverband heeft geleid tot een ernstige verstoring. De combinatie van gronden is onvoldoende toegelicht.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afwijst. De kantonrechter meent dat niet is gebleken dat de combinatie van de twee aangevoerde gronden (die beide niet voldragen zijn) een ontbinding rechtvaardigt.
In een andere zaak overweegt de kantonrechter te Eindhoven op 5 maart 2020 eveneens dat de ontslaggronden elk afzonderlijk moeten worden geconcretiseerd. Het is niet aan de rechter dit zelf in te vullen en uit de gestelde omstandigheden een i-grond af te leiden. Ook hier ging het om onvoldragen ontslaggronden die ook in combinatie onvoldoende grond opleveren voor ontslag.
De i-grond is dus een combinatie van omstandigheden die zodanig is dat niet langer van werkgever in redelijkheid kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te laten duren.
voorlopige conclusie: de ‘i-grond’ is geen wondermiddel
De ‘i-grond’ zou voor verruiming van de mogelijkheden tot ontslag hebben moeten zorgen. In de praktijk blijkt tot nu toe dat kantonrechters kritisch kijken naar de onderbouwing van de combinatiegrond. Zij gaan terughoudend om met het toewijzen van een ontslagverzoek op de ‘i-grond’.