Ook voor de werknemer geeft de Wet werk en zekerheid diverse termijnen aan binnen het arbeidsrecht waarbinnen actie dient te worden ondernomen.
De termijnen zijn zogenoemde vervaltermijnen en kunnen niet worden gestuit. Dit betekent dat na het verlopen van de termijn geen gerechtelijke procedure meer kan worden gestart.
opzegging
Bij opzegging van de arbeidsovereenkomst in strijd met een opzegverbod (bijvoorbeeld ziekte) geldt een termijn van twee maanden na de einddatum van de arbeidsovereenkomst voor het indienen van een verzoekschrift tot het toekennen van schadevergoeding.
Indien niet de volledige opzegtermijn in acht is genomen door de werkgever kan de werknemer een verzoek tot schadevergoeding indienen. Het gaat hier om de gefixeerde schadevergoeding, dat wil zeggen een vergoeding gelijk aan het loon over de periode die bij juiste hantering van de opzegtermijn resteert.
Een verzoek tot gefixeerde schadevergoeding moet de werknemer binnen twee maanden na de einddatum van de arbeidsovereenkomst indienen bij de rechter.
aanzegging bij arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Er geldt eveneens een termijn van twee maanden voor de werknemer om een procedure te starten bij de kantonrechter indien de werkgever niet uiterlijk een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd de beëindiging aanzegt. Een aanzegging dient schriftelijk te geschieden. De termijn begint te lopen na de dag waartegen de aanzegging had moeten plaatsvinden. De werknemer kan de kantonrechter verzoeken een de werkgever een boete op te leggen. Deze zogenoemde aanzegboete moet dus binnen twee maanden worden verzocht bij de kantonrechter.
In het geval een werknemer herstel van de arbeidsovereenkomst wenst, moet het verzoek hiertoe binnen twee maanden na de einddatum van de arbeidsovereenkomst worden ingediend bij de kantonrechter.
herstel arbeidsovereenkomst
In het geval een werknemer herstel van de arbeidsovereenkomst wenst, moet het verzoek hiertoe binnen twee maanden na de einddatum van de arbeidsovereenkomst worden ingediend bij de kantonrechter.
billijke vergoeding
Wanneer een werknemer een billijke vergoeding verlangt nadat de arbeidsovereenkomst is opgezegd na het verlenen van een ontslagvergunning door UWV, zal de werknemer ook het verzoek hiertoe binnen twee maanden na de einddatum moeten indienen bij de kantonrechter.
ontslag op staande voet
Een werknemer die op staande voet wordt ontslagen, zal binnen twee maanden na de ontslagdatum actie moeten ondernemen. De werknemer zal binnen deze termijn van twee maanden een verzoekschrift moeten indienen bij de kantonrechter waarbij hij vernietiging van de opzegging verzoekt. Als dit verzoek niet tijdig wordt ingediend, is het ontslag een vaststaand feit waartegen bij de rechter niet meer kan worden opgekomen.
transitievergoeding
Er geldt een termijn van drie maanden na de einddatum van de arbeidsovereenkomst voor het starten van procedures die over betaling van de transitievergoeding gaan.
Indien geen transitievergoeding is betaald terwijl deze door de werkgever wel is verschuldigd of indien de overeengekomen transitievergoeding niet wordt betaald, dient de werknemer zich tot de kantonrechter te wenden binnen de termijn van drie maanden na de einddatum van de arbeidsovereenkomst.
ontslag via kantonrechter
Indien de kantonrechter een beslissing heeft genomen over een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst hebben werkgever en werknemer gedurende drie maanden de gelegenheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof. Een beroepschrift daartoe moet dus binnen drie maanden na de datum van de uitspraak van de kantonrechter zijn ingediend.
Gelet op het voorgaande is het voor werknemers belangrijk de termijnen goed in de gaten te houden bij het einde van een arbeidsovereenkomst en in het geval hij of zij juridische bijstand wenst, niet te lang te wachten met het inschakelen van een advocaat.