Op 21 mei 2019 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel van de Wet herziening partneralimentatie aangenomen. Dit betekent dat de alimentatietermijn zal worden verkort van twaalf naar vijf jaar, uitzonderingen daargelaten.
In dit artikel wordt uitgelegd wat er gaat veranderen, welke uitzonderingen er zijn en vanaf wanneer de nieuwe regelgeving zal gelden.
huidige situatie
Na een huwelijk of geregistreerd partnerschap kan er een verplichting tot het betalen van partneralimentatie ontstaan. Welk bedrag er aan alimentatie zou moeten worden betaald, is afhankelijk van de behoefte van de alimentatiegerechtigde en de draagkracht van de alimentatieplichtige.
De behoefte wordt bepaald door te bezien wat de alimentatiegerechtigde nodig heeft om in zijn of haar levensonderhoud te kunnen voorzien, waarbij het uitgangspunt is dat beide partijen moeten kunnen blijven doorleven op gelijke voet als dat zij gewend waren toen ze nog samen waren.
De hoogte van partneralimentatie kan echter worden beperkt door de draagkracht van de alimentatieplichtige. Er moet immers wel ruimte moet zijn om de partneralimentatie te kunnen voldoen; de alimentatieplichtige moet natuurlijk ook in het eigen levensonderhoud kunnen blijven voorzien.
Aan de wijze van het berekenen van partneralimentatie wijzigt met de Wet herziening partneralimentatie niets.
Indien uw scheiding op of na 1 januari 1994 is uitgesproken, is op dit moment de regelgeving dat de alimentatietermijn in beginsel maximaal twaalf jaar is. Indien het huwelijk korter dan vijf jaar duurde en er zijn geen kinderen geboren, is de termijn gelijk aan de duur van het huwelijk.
situatie na 1 januari 2020
Voor scheidingen of ontbindingen van een geregistreerd partnerschap na 1 januari 2020 geldt de hoofdregel dat de alimentatietermijn gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van vijf jaar. Indien u bijvoorbeeld zes jaar gehuwd bent geweest, is de termijn dat er partneralimentatie betaald zou kunnen worden in beginsel dus drie jaar in plaats van de huidige twaalf jaar.
Op deze hoofdregel zijn drie uitzonderingen, waardoor de alimentatietermijn langer kan zijn. Ten eerste geldt dat bij echtscheidingen van echtparen met kinderen, het recht op partneralimentatie eindigt op het moment dat het jongste kind de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt. Ten tweede geldt dat bij huwelijken die langer dan vijftien jaar hebben geduurd en de leeftijd van de alimentatiegerechtigde maximaal tien jaar lager is dan de AOW-leeftijd, de duur van de partneralimentatie maximaal tien jaar bedraagt. In die situatie stopt de alimentatieverplichting op het moment dat de alimentatiegerechtigde de AOW-leeftijd bereikt. Tot slot is de alimentatietermijn eveneens tien jaar voor alimentatiegerechtigden die geboren zijn op of voor 1 januari 1970, die over meer dan tien jaar een uitkering op grond van de AOW zullen ontvangen en die op het moment van de scheiding minimaal vijftien jaar gehuwd zijn geweest. Deze derde uitzondering vervalt na zeven jaren na inwerkingtreding van de wet.
Bovengenoemde termijnen zijn de in de wet gestelde termijnen. Het staat partijen altijd vrij om afwijkende afspraken te maken. Het is hierbij echter wel verstandig advies in te winnen bij een deskundige, zodat duidelijk is wat wordt afgesproken en welke (fiscale) gevolgen dit heeft.
In uitzonderlijke situaties kan de rechter een langere termijn dan de genoemde termijnen vaststellen. Dit wordt de zogenoemde hardheidsclausule genoemd. Deze regel geldt zowel in het huidige recht als in het toekomstige recht. Indien de beëindiging van de partneralimentatie, gelet op alle omstandigheden van het geval, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd van degene die recht heeft op die uitkering, kan de rechter op diens verzoek alsnog een nadere termijn vaststellen.
Voor scheidingen of ontbindingen van een geregistreerd partnerschap na 1 januari 2020 geldt de hoofdregel dat de alimentatietermijn gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van vijf jaar.
vanaf wanneer geldt de nieuwe regelgeving?
De nieuwe regelgeving geldt voor verzoeken tot echtscheiding die op of na 1 januari 2020 worden ingediend. Alle verzoeken tot echtscheiding die tot 1 januari 2020 zijn of worden ingediend, vallen dus onder de huidige regelgeving. Het moment van indiening van uw verzoek tot echtscheiding kan derhalve van groot belang zijn, omdat dat moment van belang is voor de vraag welke termijnen er voor u zullen blijven gelden ten aanzien van eventueel te ontvangen of te betalen partneralimentatie.
fiscale wijzigingen
Tot slot zijn er tevens wijzigingen op het fiscale vlak. In 2019 is de betaalde partneralimentatie tegen maximaal 51,95% aftrekbaar. Deze maximale belastingaftrek wordt echter de aankomende jaren stapsgewijs verlaagd naar maximaal 37,05% in 2023. De vermindering van de aftrek heeft tot gevolg dat de draagkracht van de alimentatieplichtige afneemt. Het kan raadzaam zijn om bij de te maken alimentatieberekeningen reeds rekening te houden met de fiscale wijzigingen.
meer informatie?
Heeft u verdere vragen, neem dan gerust vrijblijvend contact op ons kantoor en vraag naar een van onze familierechtadvocaten. U kunt te allen tijden terecht voor meer informatie en het maken van een afspraak voor een kennismakingsgesprek.