Hoe zit het met buitengerechtelijke kosten bij vorderingen van onbepaalde waarde? Het is bij de meeste ondernemers wel bekend dat bij een geldvordering een deel van de advocaatkosten voor buitengerechtelijke incassowerkzaamheden voor vergoeding in aanmerking komen.

Die kosten vormen namelijk onderdeel van de schade die de ondernemer lijdt doordat de contractuele tegenpartij zijn verplichtingen verzaakt. Maar hoe zit het met buitengerechtelijke kosten bij vorderingen van onbepaalde waarde?

buitengerechtelijke kosten bij geldvorderingen

Geldvorderingen zullen tot de verbeelding spreken. De contractuele wederpartij moet een geldbedrag betalen, waarbij men bijvoorbeeld kan denken aan de verhuurder die recht heeft op betaling van de maandelijkse huur van zijn huurder. Als er dan sprake is van een (huur)achterstand, dan kan de verhuurder in de meeste gevallen naast de achterstallige huur en eventuele rente, ook aanspraak maken op de door hem naar redelijk gemaakte incassokosten voor de buitengerechtelijke werkzaamheden die zijn advocaat voor hem heeft verricht.

Om ervoor te zorgen dat die incassokosten niet al te veel uit de pas lopen met de verschuldigde hoofdsom en de huurder te beschermen, is in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaald dat de hoogte van de vordering tot voldoening van die incassokosten afhankelijk wordt gesteld van de omvang van de hoofdsom (denk daarbij bijvoorbeeld aan het totaal van de achterstallige huurtermijnen). Van die hoofdsom mag dan volgens een vaste staffel een percentage worden ‘meegevorderd’ als gedeeltelijke vergoeding voor de incassowerkzaamheden die de advocaat heeft verricht.

buitengerechtelijke kosten bij vorderingen van onbepaalde waarde

Maar hoe zit het dan met bijvoorbeeld vorderingen tot het (op)leveren? Denk bijvoorbeeld aan een vordering tot levering in het geval de websitebouwer weigert de website op te leveren terwijl de deadline al verstreken is. Of een in het geval het gaat om een vordering tot het nalaten te handelen in strijd met de afspraken? Men kan denken aan de partij die een relatie- of non-concurrentiebeding schendt.

Voor dergelijke vorderingen (tot het doen of nalaten) vergeet men met regelmaat dat ook in dat geval het recht op vergoeding van de buitengerechtelijke kosten bestaat. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voor dergelijke vorderingen niet van toepassing. Uit bepaling 3.3. van het Rapport BGK-integraal 2013 van de werkgroep BGK-Integraal volgt voor de hiervoor besproken type vorderingen dat een bedrag ad EUR 925 verschuldigd is bij zaken bij de handelskamer van de rechtbank waarbij een advocaat verplicht een contractspartij bijstaat. In zaken bij de kantonrechter kan men een bedrag ad EUR 462,50 vorderen.

Overigens laat de werkgroep in dit verband ook de ruimte om bij vorderingen van onbepaalde waarde de werkelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten te vorderen, uiteraard voor zover het redelijk was die kosten te maken en het gevorderde bedrag ook redelijk is, zo volgt uit paragraaf 6 van het hiervoor besproken rapport.

overeenkomst tussen handelspartijen

In een overeenkomst met een consument-schuldenaar kan de ondernemer niet afwijken van de regeling uit het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Wordt immers een hoger bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd dan volgt uit de berekening volgens het besluit, dan volgt uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek dat het meerdere wordt geacht niet redelijk te zijn, met als gevolg dat de rechter het meerdere niet zal (kunnen) toewijzen. In het geval van een vordering van onbepaalde waarde bestaat wel ruimte de werkelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten te vorderen, mits die kosten dus naar redelijkheid zijn gemaakt en het bedrag ook redelijk is.

In het geval van een overeenkomst tussen twee zakelijke partijen (denk bijvoorbeeld aan een vastgoedpartij die kantoorruimte verhuurt aan een andere ondernemer) mogen partijen ter zake de buitengerechtelijke incassokosten afspraken maken die afwijken van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Dit zie je bijvoorbeeld terug bepaling 30.1 van de door de Raad voor Onroerende Zaken opgestelde algemene bepalingen die behoren bij het op 5 maart 2024 vastgestelde model huurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW waaruit (onder meer) volgt dat de huurder alle door verhuurder gemaakte kosten in verband met de buitengerechtelijke werkzaamheden aan verhuurder zal moeten vergoeden als de huurder zijn verplichtingen niet nakomt.

Als ondernemer is het dus verstandig hierop alert te zijn en zo mogelijk op voorhand duidelijke afspraken te maken; ook over ‘randzaken’ als de buitengerechtelijke (incasso)kosten in het geval van het tekortschieten van een partij in de nakoming van een verplichting.

tot slot

Weigert uw contractspartij de afspraken na te komen? Het is raadzaam het conflict niet eerst verder te laten escaleren en u al vroegtijdig te laten adviseren door één van onze advocaten. De in dat verband te maken advocaatkosten kunt u doorgaans in ieder geval gedeeltelijk ook in een vroeg stadium (al voor een eventuele gerechtelijke procedure) als onderdeel van uw schade verhalen op uw contractuele tegenpartij.