In een arbeidsovereenkomst of cao is vaak een verbod op nevenwerkzaamheden opgenomen. Dit is een zogeheten ‘nevenwerkzaamhedenbeding’. Zo’n beding verbiedt of beperkt de werknemer in zijn mogelijkheden om, naast de werkzaamheden die hij verricht voor zijn werkgever, elders (neven)werkzaamheden te verrichten, al dan niet tegen betaling. Soms is opgenomen dat de werknemer niet zonder voorafgaande schriftelijk toestemming van de werkgever elders (neven)werkzaamheden mag verrichten. Mag een werkgever een werknemer verbieden elders (neven)werkzaamheden te verrichten of daaraan voorwaarden verbinden?
Met ingang van 1 augustus 2022 is artikel 7:653a Burgerlijk Wetboek in werking getreden. Deze wetgeving is het gevolg van de Europese richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden. In dit nieuwe artikel staat onder welke voorwaarden een nevenwerkzaamhedenbeding rechtsgeldig is. Welke voorwaarden zijn dat? Wat zijn de gevolgen als het beding niet rechtsgeldig is?
een verbod op nevenwerkzaamheden is nietig, tenzij…
In artikel 7:653a lid 1 Burgerlijk Wetboek staat het volgende:
“Een beding waarbij de werkgever verbiedt of beperkt dat de werknemer voor anderen arbeid verricht buiten de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht bij die werkgever, is nietig, tenzij dit beding kan worden gerechtvaardigd op grond van een objectieve reden.”
Een werkgever mag een werknemer niet zonder meer verbieden om elders (neven)arbeid te verrichten. In de arbeidsovereenkomst mag een nevenwerkzaamhedenbeding worden opgenomen, mits de werkgever daar een objectieve reden voor heeft. Anders dan bij een concurrentiebeding hoeft de werkgever die objectieve reden niet in de arbeidsovereenkomst zelf te vermelden. Op het moment dat de werkgever het beding wil inroepen en dus de werknemer wil verbieden bepaalde (neven)arbeid te verrichten, moet hij daarvoor een objectieve reden geven.
wat is een objectieve reden?
Een objectieve reden kan onder meer gelegen zijn in de gezondheid en veiligheid van de werknemer, de bescherming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de integriteit van overheidsdiensten of het vermijden van belangenconflicten. Indien de werknemer bijvoorbeeld elders (neven)arbeid verricht waardoor hij te weinig rust krijgt, kan zijn gezondheid in gevaar komen. De werknemer zou door te weinig rust en daardoor verminderde concentratie ook derden in gevaar kunnen brengen, bijvoorbeeld collega’s of patiënten. Of sprake is van een objectieve reden, hangt af van het type (neven)arbeid en het tijdstip waarop de werknemer het verricht.
De werkgever dient altijd een belangenafweging te maken. Het verbieden van nevenwerkzaamheden moet doelmatig (passend en geschikt) zijn en noodzakelijk om de belangen van de werkgever te beschermen. De belangen van de werkgever moeten zodanig zijn dat het belang van de werknemer om elders (neven)arbeid te kunnen verrichten daarvoor moet wijken.
Een werkgever mag een werknemer niet zonder meer verbieden om elders (neven)arbeid te verrichten
nietigheid van het nevenwerkzaamhedenbeding
Indien de werkgever voor het inroepen van het nevenwerkzaamhedenbeding geen objectieve reden heeft, is het nevenwerkzaamhedenbeding nietig. Dat betekent dat men doet of het beding in feite nooit heeft bestaan. De werkgever kan dan geen beroep meer doen op het nevenwerkzaamhedenbeding, ook later niet. Dit geldt ook voor bedingen die voor 1 augustus 2022 zijn overeengekomen.
Als het verbod op nevenwerkzaamheden nietig is, mag de werknemer in beginsel voor anderen arbeid verrichten naast de werkzaamheden die hij verricht voor zijn werkgever. Echter, de werknemer dient zich altijd als goed werknemer te gedragen. Dat brengt mee dat de werknemer, ook als geen sprake is van een nevenwerkzaamhedenbeding, zich dient te onthouden van (neven)arbeid die de reputatie van de werkgever aantast of waarmee hij rechtstreeks met de werkgever concurreert.
nevenarbeid (ten onrechte) verboden, wat dan?
Als de werkgever de werknemer verbiedt nevenarbeid te verrichten, doet de werknemer er verstandig aan zijn (neven)arbeid te staken. Wanneer de werknemer dat niet doet, kan de werkgever de werknemer arbeidsrechtelijke sancties opleggen vanwege de schending van het nevenwerkzaamhedenbeding. Veelal is een boetebeding in de arbeidsovereenkomst opgenomen. Er kan dan een boete staan op overtreding van bepaalde voorschriften, waaronder het nevenwerkzaamhedenbeding. Bij schending van het nevenwerkzaamhedenbeding kan de werkgever de werknemer dan een boete opleggen. Bij zeer ernstige overtredingen kan de werkgever de werknemer zelfs schorsen en op staande voet ontslaan.
Een werknemer die het niet eens is met de door de werkgever gegeven objectieve reden kan de kantonrechter vragen het beding te schorsen of te verklaren dat het beding nietig is.
Heeft u een geschil met uw werkgever of werknemer over (schending van) het nevenwerkzaamhedenbeding of heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen, neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten.